Met het symposium Mondgezondheid & Topsport heeft de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Tandheelkunde (VWVT) op 27 april 2024 een unieke afslag genomen die voor de toehoorders een echte eyeopener bleek. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door SportsInjuryLab in samenwerking met de Faculteit Revalidatie en Sportgeneeskunde van Prof. Dr. Luc Vanden Bossche en vond plaats in het auditorium D op de campus Universitair Ziekenhuis Gent. Een warm dankjewel verdienen zeker Eric Vandenoostende en Kris Lenoir van de VWVT. Zij waren het die onvoorwaardelijk de werving en administratie voor deze bijzondere bijeenkomst voor hun rekening namen.
De mondgezondheid van sporters heeft het laatste decennia internationaal steeds meer aandacht gekregen omdat uit wetenschappelijke publicaties duidelijk is geworden dat deze nauw verbonden is met de algemene gezondheid. Een slechte mondgezondheid heeft een negatieve invloed op het welzijn en de kwaliteit van leven. Ontstekingen die hiervan het gevolg zijn, kunnen leiden tot systemische reacties. Denk aan veranderingen in serumwaarden van inflammatoire biomarkers die ook aanwezig zijn in spierblessures en de fysieke gezondheid, en die met name de spiermassa, spierkracht en spierfuncties aantasten.
De zes gerenommeerde, internationale sprekers die de mondgezondheid in alle facetten op dit symposium presenteerden in samenhang met sportprestaties en (her)blessurefrequentie, benadrukten tevens dat intensieve sportbeoefening ook een risicofactorvoor de mondgezondheid kan zijn. Bijvoorbeeld vanwege een dieet en de stress onder topsporters alsook de veelal droge mond die bij inspanning ontstaat en de beperkte bescherming tegen letsels in het mond- en kaakgebied. Ook de veranderende samenstelling van het speeksel als mogelijk predicatief diagnosticum voor overbelasting door intensief sporten, de vroege kaakontwikkeling in relatie tot het houding- en bewegingsapparaat alsook de neurologische gevolgen van onevenredige kauwkrachten (via het PDL ) op de blessuregevoeligheid kwamen aan bod. Het wetenschappelijk karakter van het programma werd gedragen door een uitgebalanceerde professionaliteit van elke spreker.
De aftrap voor deze bijeenkomst werd gegeven door tandarts Arjan Starrenburg met een interessante kijk op de effecten van een onevenredige kauwkrachtenverdeling op blessuregevoeligheid. Zijn voordracht was meteen de eerste hersenkraker op deze bijeenkomst. Proprioceptie vanuit de gebitselementen, spieren en de kaakgewrichten draagt bij aan afferente prikkels naar de motorische kernen van de nervus trigeminus en zo ook naar de hogere centra. Wanneer de gebitselementen die vroeg in de occlusie zeer grote contactkrachten veroorzaken, blijkt uit onderzoek dat afferente zenuwsignalen – welke via de dentoalveolaire ligamenten worden geëxciteerd – proprioceptief sturing geven aan de musculaire contractiliteit van het gehele houdings- en bewegingsapparaat. Een dergelijke situatie kan digitaal worden onderzocht per element en geïnterpreteerd als een risicofactor. Niet alleen voor het stomatognatische systeem op zich, maar ook voor het compromitteren van het totale houdings- en bewegingssysteem.
Een geheel ander aspect van mondgezondheid werd gepresenteerd door Dr. Toon Ligtenberg, bioloog en verbonden aan het ACTA (Amsterdam). Hoge stressniveaus en een slechte mondgezondheid bij topsporters zijn veelvoorkomende bevindingen en beide aspecten kunnen de prestaties en de incidentie van blessures beïnvloeden. Speeksel, als een eenvoudig te verzamelen vloeibare biopsie, zou kunnen worden gebruikt om de reactie van atleten op inspanningsstress door fysieke activiteit te volgen. Van profvoetballers (leeftijd >18 jaar) van twee U21-teams in België werden speekselmonsters verzameld voor en na middagtrainingen. IHC, capillaire elektroforese en enzymatische fluorescentiemetingen werden gebruikt om speekselcortisol, protease, amylase, lactaat, ammonium, kalium, natrium, magnesium en calcium te bepalen als markers voor stress en fysieke prestaties. Er werd een aanzienlijke interindividuele variabiliteit opgemerkt tussen de voetballers in de reactie op fysieke activiteit. Gemiddeld vertoonden de spelers ook een suboptimale mondgezondheid, met een hoge prevalentie van cariës, erosie, gingivitis en parodontitis.
Voor de koffiepauze trakteerde tandarts Nurcan Yilmaz het publiek vervolgens op een deels gepersonifieerde kijk op vorm, symmetrie en functies van het gebit en aangezicht in al zijn facetten alsmede de kaakontwikkeling en het ‘openmondgedrag’. Ware boosdoeners als mondademen, tongpersen, infantiel slikken en duimzuigen of andere kind-gewoonten houdt zij deels verantwoordelijk voor scheve tanden of een onjuiste kaakontwikkeling met alle gevolgen van dien. Tijdens haar presentatie ging zij diep in op de impact op latere leeftijd indien een en ander niet vroegtijdig wordt onderkend en aangepakt. Gelet op het feit dat zij de selectiespelers van de Nederlandse eredivisieclub Heracles Almelo onder haar hoede heeft bespreekt zij ook regelmatig met de spelers het belang van functies van een goede kaakontwikkeling op de sportprestaties.
Voorts gaf zij de microfoon door aan de charismatische spreker Dr. John Flutter die is geboren en getogen in Engeland. Zijn presentatie richtte zich vooral op de schedelgroei en -ontwikkeling. Hij brengt craniale groei en ontwikkeling in verband met ademhalingspatronen, snurken en slaapapneu; houdingspatronen van hoofd en nek en van het lichaam naar de voeten. Met zijn interactieve vorm van lesgeven over de dentofaciale ontwikkeling oogstte hij een terecht applaus. Flutter is de afgelopen 12 jaar een zeer gewaardeerd adviseur en senior onderzoeker bij SportsInjuryLab op het gebied van occlusoposturale ontwikkeling bij jonge atleten.
Vervolgens gaf hij het stokje over aan Prof. Dr. Ian Needleman, hoogleraar parodontologie en aan het University College London, Eastman Dental Institute, Londen. Hij leidt het Centre for Oral Health and Performance dat erkenning kreeg van het Internationaal Olympisch Comité als onderdeel van het UK Research Centre voor de preventie van blessures en de bescherming van de gezondheid van atleten. Zijn interessante lezing over zijn onderzoek naar de parodontale status van 278 olympische atleten bracht een geheel nieuwe kijk op parodontologie in relatie tot topsporters: ‘Good oral health benefits performance and wellbeing in athletes’. Ook zijn onderzoek toonde aan dat Olympische atleten een suboptimale mondgezondheid vertoonden met een hoge prevalentie van cariës, gingivitis in combinatie met parodontitis.
De afsluiting was weggelegd voor Dr. Jean Pierre Meersseman. Na zijn afstuderen aan het Palmer College of Chiropractic heeft hij vele duizenden patiënten behandeld waaronder ‘s werelds beste atleten, topvoetballers en beroemdheden. Zijn belangrijkste en meest innovatieve prestatie destijds was de oprichting van het tot op heden vermaarde Milan Lab. Als medisch directeur van AC Milan werkte hij jarenlang als ongeëvenaarde pionier van de toegepaste kinesiologie. Met zijn lezing bevestigde hij zijn doorwrochte kennis hierover, maar zijn geslaagde klinische demonstratievan een aanwezige toehoorder met aanslepende schouderproblematiek, sprak boekdelen. Zijn immer befaamde uitspraak: ‘If I could take one doctor in my team, it would be a dentist!’ bleek een illustrerende afsluiter van dit symposium en gold impliciet als een oproep voor tandartsen om zich meer te manifesteren in het vak sportgeneeskunde.